Family
SimplicityBack to overviewEen lange wandeling
Alles verandert maar keert onveranderd terug.
Rutger Kopland
Wandelend met B en R mijn kinderen wordt het weer winter, word ik langzaam weer ingesponnen in altijd dezelfde nevelige bosranden, modderige wegen, het kille schreeuwen van fazanten, de grond dreunt onder een drietal fjorden-paarden, melancholie van licht bevroren boerenkool alom.
Alles verandert maar keert onveranderd
terug. Neem de heiligen van deze maanden. Een kind weet dat Sint Maarten met
een halve mantel vertrekt, hij komt met een nieuwe terug. Sint Nicolaas is
altijd onder ons, al zien wij dat meestal niet. Maria loopt met een nieuwe
Jezus toch weer in haar laatste dagen. Onze wereld blijkt gesloten.
Zo komen wij dan ook bij altijd
dezelfde bomen, waarin mijn dochters altijd dezelfde takken beklimmen en
zwaaiend in de toppen zingen: zie ginds komt de stoomboot, kijk eens hoe hoog
wij zijn. En inderdaad zij zijn buiten bereik, als zij vielen, ik zou hen
moeten laten vallen.
Wandelend door de schemer terug naar
huis Bespreken wij de maan en opa's dood. Ze hebben een heel klein beetje te
doen met mij, omdat opa mijn vader was. (Hij was het die destijds in gordijnen
gehuld, een baard van geplozen touw tot op de knieƫn, een wiegelende mijter op
het hoofd voor mij door het maanlicht sloop)
Wandelend in het duister voel ik
hun koude handen, moet ik
hun dorre bloemen dragen,
hun neuzen snuiten,
hun knopen sluiten,
hun vader zijn.